Het is 1715, de piraterij in de Caraïben beleeft een gouden tijdperk. New Providence Island, een voormalige Britse kolonie, is nu een vrijhaven zonder God noch gebod, waar beruchte zeerovers de scepter zwaaien. De meest gevreesde onder hen is Kapitein Flint. Maar de Britse Marine staat op het punt om terug te slaan en onder die omstandigheden leren we andere facetten van de bikkelharde piraat kennen. Gedreven door diepe, complexe en zelfs romantische motieven, bundelt Flint zijn krachten met de indrukwekkende Eleanor Guthrie, dochter van de plaatselijke smokkelkoning. Samen smeden ze een plan om de ultieme prijs binnen te halen en het voortbestaan van hun levenswijze te verzekeren. Hun tegenstanders zijn echter niet van de minsten. Er zijn de rivaliserende kapiteins die Flint benijden om zijn macht. Er is de vader van Eleanor, die andere plannen heeft voor het eiland.